De Vlaamse en de Nederlandse overheid begonnen in augustus 2013 met de bouw van een gezamenlijke natuurbrug in Postel, op de landsgrens België-Nederland. Het “ecoduct Kempengrens”, zoals de brug over de E34 heet, moet de plaatselijke fauna helpen om de barrière van de autosnelweg te 
overwinnen. Vlaanderen en Nederland financierden elk de helft. In de buurt van het ecoduct werd aan beide zijden van de autosnelweg, zowel in Nederland als in Vlaanderen een ecoraster in de berm aangebracht, in totaal zo’n 33 km. Het ecoraster dient om de dieren van de autosnelweg te houden en om ze naar het ecoduct te leiden.

Boven op het ecoduct werd een geluidswand en een zichtscherm geplaatst die bestaat uit gestapelde lavastenen. De gebruikte lavasteen is licht van gewicht om de belasting van de brug te beperken. Het scherm biedt toch voldoende afscherming tegen de bewegende koplampen van de passerende voertuigen en creëert een geborgen sfeer op het ecoduct. Bovendien is die steen donker van kleur zodat de zonnewarmte wordt opgevangen en zo wordt een warmer microklimaat gecreëerd voor de gladde slang. Het brugdek werd ecologisch ingericht met veel groen en een droge en natte zone. Op die manier vinden veel verschillende diersoorten op het ecoduct een geschikte leefomgeving. Vlak naast het ecoduct werd ook een speciaal ingerichte vleermuizenkelder gebouwd. Enkele dagen na afronding van de werken had een grootoorvleermuis er al onderdak in gevonden.