In samenwerking met Ibens werd het voormalige klooster omgevormd tot een woonzorgcampus, geëxploiteerd door Amate.

De grote neogotische kapel werd gerestaureerd en kreeg een nieuwe bestemming als cafetaria en polyvalente ruimte. De oude kloostergebouwen werden afgebroken en vervangen door een nieuwbouw waarvan de buitengevels op vraag van de betrokken overheid kenmerken dragen van het oude klooster.

Het nieuwe gebouw is L-vormig en sluit loodrecht aan op de bestaande kapel. Op de eerste, tweede en derde verdieping bevinden zich de 97 woonzorgkamers. De vierde verdieping biedt plaats voor serviceflats. Plafondhoge ramen brengen maximaal licht binnen en alle dagzalen zijn voorzien van therapiekeukens om de bewoners maximaal te laten deelnemen aan het maaltijdgebeuren.

Duurzaamheid was een belangrijk item. Het regenwater wordt maximaal gerecupereerd, de verwarming gebeurt met aardgas in combinatie met grondboringen en zonnepalen zorgen voor sanitair warm water.