Ouderenzorg in historisch stadscentrum

Het programma bestaat uit een Woon- en Zorgcentrum met 180 kamers, aangevuld met serviceflats, een centrum voor dagverzorging en ondersteunende functies op het gelijkvloers. Onder het gebouw is een kelder voorzien voor technieken, opslag en parkeren.

Uitgangspunt is dat het publieke leven in de stad zich afspeelt op/aan de straat en de normaliteit van de straat in ere houdt. Dit zal gebeuren door afzonderlijke toegangen, functies met veel activiteit op het gelijkvloers en voldoende transparante gevels (extra hoogte voor het gelijkvloers). De functies op het gelijkvloers zijn vervolgens de aanleiding voor de ´opdeling´ van het WZC in een reeks van gebouwen.

Differentiatie van het superbouwblok (harmonieregel)

Hierbij is gestreefd naar een vorm van differentiatie en autonomie van de nieuwe gebouwdelen. Hierbij dienen ze onderling als één geheel te functioneren, maar naar de verschijning is het gerechtvaardigd om verschillen aan te brengen. De nieuwbouw moet niet overkomen als één (te) groot gebouw maar als een reeks van gebouwen die zich inpassen in de schaal van de omgeving zonder te vervallen in loos facadisme.

Het doel is de leefkwaliteit van het zorgwonen te verbeteren en te optimaliseren. Hiervoor zijn diverse maatregelen genomen. Ten eerste loopt de gang volledig rond, onderbroken door de rust, zit- en eetruimten (´ronddolen´). Eén deel van de gang is uitgevoerd als een glazen loopbrug met licht en zicht op de binnenplaats. De gemeenschappelijke ruimten zijn centraal geplaatst met zicht op de straat en op het binnengebied. De deuren tussen deze ruimten en de gang staan standaard open, waardoor de gang en leefruimten in elkaar overlopen. Tevens springen de gevels op de bovenste verdiepingen terug om zo veel mogelijk (zon)licht in het binnengebied toe te laten.