Galère voerde de rehabilitatiewerkzaamheden uit van het gebouw voor civiele techniek in Val-Benoît (perceel 1: ruwbouw, afwerking, coördinatiemissie) namens de SPI.
Aanvankelijk was Val Benoit ontworpen om studenten, professoren en onderzoekers van de ULg-faculteiten van de wetenschap en toegepaste wetenschappen te verwelkomen. De reconversie van de site heeft transformaties opgelegd die een nieuw leven geven aan dit gebouw waarvan de ziel en opmerkelijke modernistische architectuur bewaard zijn gebleven. De amfitheaters van het Civieltechnische gebouw werden voor het eerst verwijderd.
Vervolgens werden twee bruggen gemaakt dankzij de ruimte die voorheen was toegewezen aan deze amfitheaters om een ​​reorganisatie van het circulatiesysteem van het gebouw mogelijk te maken.
De loopbrug op de begane grond (op dokniveau) heeft een utilitair doel. Het laat toe om van de ene vleugel naar de andere te circuleren, beschermd tegen het weer. Het is gemaakt van geprefabriceerd wit beton. De glazen balustrades laten een permanent zicht houden op de ontwikkelingen van deze nieuwe leefruimte. De bovenste brug (1e verdieping) is gemaakt van staal en kruist in één stuk het hart van het gebouw. De onderkant van de loopbrug is gemaakt van gepolijste roestvrijstalen platen, wat het effect van lichtheid nog meer benadrukt.
De hydraulische vleugelverlengingen zijn gedeconstrueerd om het gebouw zijn originele uiterlijk te geven. Ten slotte is het paviljoen - een klein transparant gebouw met volledig glazen gevels - gerestaureerd.
Dankzij deze renovaties is de Civiele Techniek teruggekeerd naar de vorm die de architect Joseph Moutschen hem oorspronkelijk gaf.