Op de kruising met de Leie, vlakbij Gent, doorkruist de spoorlijn Brussel-Oostende het groene gebied van de Blaarmeersen. Een promenade langs de waterloop, een yachthaventje en een prachtig landschap vormen een kostbaar recreatiedomein.

De Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen voorziet de bouw van twee extra hooggelegen sporen die de visuele en psychologische grens boven het wandelpad langs de rivier zullen versterken.

Het project heeft tot doel de delicate kruising tussen de snelle spoorwegen en de vreedzame voetpaden te hertekenen en de continuïteit van het traject langs de Leie te garanderen.

Een breed paraboolvormig talud verbergt de oude sporen achter een groen gordijn. Alleen de nieuwe sporen zijn zichtbaar want ze bevinden zich op een verlicht viaduct. De rivier en de nationale banen zich door twee ellipsvormige tunnels een weg door het talud.

De lichte en minimalistische structuur van het viaduct, een technologisch hoogstandje, enerzijds en de zachte helling van het tallud anderzijds versterken de continuïteit van het landschap.

De binnenkant van de tunnel is natuurlijk verlicht door twee lange gleuven die evenwijdig met het spoor lopen. Om de weerkaatsing van het licht te verhogen werden de wanden van de gleuven bekleed met gebroken gelaagd spiegelglas en de rest van de tunnel met witte tegels.

De verbinding tussen de twee oevers voor de voetgangers en fietsers, in stalen vloerroosters met overkraging, volgt de ellipsvormige bocht van de tunnel en vormt halfweg een interessant uitkijkpunt over de omgeving. Een tweede, langere weg is voorzien. De helling is er minder abrupt om de toegang voor personen met een verminderde mobiliteit mogelijk te maken en voor een rustigere wandeling. Over de hele lengte van de paden vormt een 45 cm hoge, houten boord een natuurlijke bank.