Renovatie van 150 wooneenheden voor de Brusselse Haard

Architecten

Samyn and Partners architects & engineers

Locatie

Brussel

Bouwheer

Foyer Bruxellois

Startdatum

2001

Einddatum

2012

De zes gebouwen van de Miniemenwijk werden in 1954 ontworpen door de stadsarchitecten van Groupe Alpha. De architecturale opbouw van deze 150 sociale wooneenheden is verfijnd en de bouw werd met veel zorg uitgevoerd. De tijd heeft echter sporen nagelaten. Een verbetering van de thermische isolatie dringt zich op en het is nodig dat alle wooneenheden uitgerust worden met degelijk sanitair. De grote eenvoud en de harmonie van de bestaande gebouwen krijgen het respect dat ze verdienen. In overeenstemming met de Brusselse Haard is het aantal studio's en eenkamerappartementen teruggebracht en het aantal twee-, drie- en vierkamerappartementen verhoogd. Dit houdt een vermindering in van het totale aantal appartementen: namelijk van 150 naar 98 eenheden. De beoogde wijzigingen zorgen er voor dat de privé-ingangen, hetzij zij- of achteringangen, van bepaalde gebouwen verdwijnen waardoor het systeem van de toegangscontrole vereenvoudigt. Het verdwijnen van de studio's en hun privé-ingangen in gebouw C zal er bovendien voor zorgen dat het trappenhuis, dat gebouw C met gebouw D verbindt, overbodig wordt. Dit volume wordt herbenut om er kamers van te maken voor de buitenste wooneenheden van gebouw D.

Met een duurzame bouw in het achterhoofd, wordt een globale en niet te dure oplossing nagestreefd. Hierdoor zullen de problemen zoals waterinsijpeling, thermische bruggen, gebrek aan isolatie en veroudering van beton opgelost worden. Deze oplossing bestaat erin het bestaande gebouw in te kleden met een nieuwe, ononderbroken, waterdichte en geïsoleerde huid, een mantel van thermische isolatie, beschermd door een gladde en geschilderde pleisterlaag. Deze pleisterlaag biedt visueel een warm aanzicht dat duidelijk aangenamer is dan het bestaande beton. De invoeging van een nieuw houten raamwerk dat het bestaande lijstwerkpatroon respecteert, versterkt de warme uitstraling van het gebouw. Ze worden uitgerust met muurkappen om ze te beschermen tegen inslaande regen en het dieptecontrast tussen de lege en de volle ruimtes zichtbaar te benadrukken.

Het comfort van de appartementen wordt verhoogd door de oppervlakte van de bestaande balkons te integreren in de 
leefruimte en een nieuwe grote privébuitenruimte te creëren (3 m x 3 m x 3 m). Hierdoor kan de oppervlakte van het sanitair ook vergroot worden. De andere terrassen tegenover de leefruimtes, worden eveneens geïntegreerd in het gebouwde volume waarbij nieuwe vooruitstekende terrassen aangelegd worden op autonome structuren. Waar verschillende kleine appartementen zonder terras gegroepeerd worden tot één groot appartement, wordt een nieuw terras aangelegd. Deze lichtgrijze terrassen worden altijd ingeplant langs de zijde van de leefruimte aan de gevels die gericht zijn naar het zuidoosten of het zuidwesten. Ze verhogen de levenskwaliteit van de bewoners omdat ze activiteiten toelaten die voorheen onmogelijk waren: buiten eten of de kinderen buiten laten spelen zonder te vrezen voor hun veiligheid. Het gebruik van een metalen afrastering of een geperforeerde staalplaat zorgt, net als een houten traliewerk, voor transparantie van binnen naar buiten en ondoorzichtigheid van buiten naar binnen. De algemene aanpak van de gevels en de toevoeging van terrassen geeft de architectuur een hedendaagse look waarin de veranderingen duidelijk zichtbaar zijn met respect voor de bestaande, hoogwaardige architectuur.

Ondernemingen