De aanbouw werd geplaatst in het verlengde van de rooilijn van de vrije school, schuin op de straat, zodat er een trapeziumvormige bouwvrije strook ontstond ten opzichte van de straat en zodoende ook een veilige nieuwe ingang.
Voor de toegang tot de achterkant van het gebouw is er een doorgang aan de zijkant vrijgelaten, aan de kant van de benzinepomp.
Vlak na de doorloop bij de ingang begint een overkapping. Die leidt tot de verbinding tussen de aanbouw en de bestaande speelplaats en loopt rondom het terrein van de vrije school.
De aanbouw heeft exact dezelfde hoogte als de vrije school, zodat het geheel op elkaar aansluit.
Ter hoogte van de ingang is het gebouw iets hoger, vooral door de puntgevel. Daarna wordt het volume wat kleiner zodat het goed aansluit op het gebouw van de benzinepomp, dat alleen een benedenverdieping heeft.
Aan de kant van de vallei is de gevel grotendeels van glas, zodat er maximaal van het uitzicht en het zonlicht kan worden geprofiteerd (ligging op het zuidoosten).
Het schuine verloop van het terrein is gebruikt om een verdieping onder het gelijkvloers aan te leggen (een tuinverdieping), zoals dat ook het geval is bij de aanpalende gebouwen.
Wegens de aangrenzende vallei is er op deze verdieping een buitenruimte aangelegd die gebruikt kan worden voor didactische activiteiten die ermee in verband staan.
De compacte architectuur van het gebouw past goed bij de bestaande bebouwing.
Door het compacte volume hoeven er binnen geen grote afstanden te worden afgelegd en worden de functies samengebracht, zodat het gebouw efficiënter en comfortabeler in gebruik is.