De School en Sporthal van Neder-over-Heembeek zijn een voorbeeld waarbij met de drie pijlers van duurzaamheid zeer bewust werd omgegaan. Men streefde naar een minimaal gebruik van materialen (ecologie), sociale innovatie (een nieuwe manier van klassenorganisatie), een compact gebruik van de ruimte (economisch bouwen) en een architecturale kwaliteit.
Het project speelt in op de wens van de stad Brussel om een schoolgebouw te ontwerpen die vertrekt van een ‘actieve opvoeding’. Er wordt afgestapt van het rechthoekige klasmodel waar de leerkracht centraal staat. De klaslokalen zijn L- vormig en worden rond een gemeenschappelijke ruimte gepuzzeld. De focus ligt niet op de reproductie van kennis, maar op een proactieve groepswerking: kinderen leren meer van elkaar dan van de leerkrachten.