Bij het ontwerpen in de wedstrijdfase voor een woonzorgcentrum met 192 bedden, besloten de architecten na overleg met stedenbouw om het gebouw te ontwerpen op vier niveaus en niet op drie niveaus. Hierdoor werd de footprint van het gebouw op het terrein veel kleiner en werd de afstand naar de buren toe ook groter, nl. 13.000 m².

Op de benedenverdieping worden alle publieke en ondersteunende functies ondergebracht. Parkeerplaatsen voor personeel, bergingen en technische ruimtes worden voorzien in de kelder.

Bij de uitgraving hiervan is er een samenwerkingsovereenkomst met OVAM in kader van de sanering van de grond.  

De drie bovenliggende verdiepingen hebben elk twee afdelingen van 32 bewoners. Een ontdubbeld gangsysteem met één grote patio doorheen heel het gebouw, zorgt voor een lichte, aangename en afwisselende beleving met voortdurend beweging. De grote patio wordt per verdieping op twee plaatsen onderbroken door een vakwerkbrug zodat loopafstanden beperkt worden en er een boeiende wandeling doorheen het gebouw gecreëerd wordt. Alle dagzalen worden voorzien aan de westkant, wat de flexibiliteit ten goede komt. Ze zijn gericht op de parkzone van de gedempte Zenne met een vergezicht naar het kanaal toe.