Universiteit Gent breidt uit op de Campus in Kortrijk met een gloednieuw gebouw dat de faculteit Bio-Ingenieurswetenschappen en de centrale administratie van de Universiteit zal huisvesten. Waar zij eerst een speler was op verplaatsing, wil de universiteit in de toekomst een eigen uitvalsbasis voorzien: dit gebouw wordt het kloppend hart van de UGent in Kortrijk. Abscis Architecten werd verkozen tot laureaat voor deze opdracht.
Campus Kortrijk bevindt zich in een landschap dat getekend wordt door zware infrastructuren. De treinsporen, ringweg, Leie en secundaire wegen geven een grootschalig karakter aan de directe omgeving.
De hoofdstraat van de Campus is de Graaf Karel de Goedelaan, een autostraat met een breed profiel en aan weerszijden bomen.
Naast de Campus, aan de andere kant van de sporen, ontplooit zich “Kortrijk weide”: een gloednieuw stadsdeel dat tal van stedelijke functies zal organiseren. Ten zuidwesten van de Campus ligt een woonwijk.
Onder de sporen tussen “Kortrijk weide” en de Campus wordt de aanleg van een tunnel gepland, toegankelijk voor voetgangers en fietsers. Hierdoor zal een nieuwe belangrijke as ontstaan, die dwars overheen het perceel loopt om dan aan te takken op de hoofdstraat van de Campus.
Deze situering zorgt ervoor dat het nieuwe gebouw een echte eyecatcher kan worden, met twee belangrijke voorgevels. De nieuwbouw moet een duidelijk herkenningspunt worden op de site, op menselijke schaal.
De mogelijkheid tot vlotte uitbreiding van het gebouw wordt een belangrijk vertrekpunt bij het ontwerp. Het gevraagde programma wordt geconcentreerd en georganiseerd op een deel van de gegeven footprint, een ander deel wordt gevrijwaard. We kiezen ervoor om de toegestane vijf bouwlagen te benutten: de weid uitgespreide site van de campus met veel (groen)ruimte tussen de gebouwen nodigt hiertoe zeker uit. We streven hierbij naar een compacte, duidelijke gebouwlay-out.
Het plot wordt opgedeeld in zeven gelijke traveeën, waarvan we er op dit moment vijf gebruiken. Er kan, wanneer het nodig / wenselijk wordt, horizontaal uitgebreid worden door de twee overige traveeën in te zetten.
Centraal komt een royale gang, die de organisatorische en structurele kapstok vormt voor de indeling van de verdiepingen. Wanneer deze gang doorgetrokken wordt, kunnen de huidige circulatiekernen het nieuwe – later bijgebouwde stuk – eveneens bedienen.
Door kolommen op dit assenstel te voorzien, die de draagbalken ondersteunen, krijgen we een zo vrij mogelijk plan. Dit geeft grote vrijheid tot indelen van de verdiepingen.
Om licht binnen te trekken worden happen uit het plan gespaard en ingericht als buitenruimte. We krijgen op deze manier een 3D puzzel van blokken die in en uit het grid geschoven worden. De dwarse wanden worden maximaal beglaasd. Deze patio’s geven eveneens extra houvast tot het organiseren van de functies op de verdiepingen.
De eerste twee traveeën profileren zich als “kop” van het gebouw, op de hoek tussen de hoofdstraat van de Campus en de toekomstige nieuwe, zachte as. Hier wordt de foyer met ontvangstbalie georganiseerd. We maken deze ruimte dubbelhoog en zetten in op een open, transparante en verwelkomende look. Het auditorium hangt als een vrij element in deze duplex en structureert de ruimte van de foyer.
De gradiënt van publiek naar specifiek gebruik vertaalt zich op die manier ook in de architectuur. Visueel wordt duidelijk welke zones van het gebouw een publieker karakter kennen, en welke delen meer als backstage ingezet worden.
Een sterk - maar aaibaar en warm element in het ontwerp is kurk. Dit duurzaam en innovatief materiaal komt terug in de plafonds van de buitenkamers, en de trappenkernen en het auditorium worden er mee ingepakt. De buitengevels worden verder bekleed met betonnen gevelplaten, wat de blokkenlogica accentueert. Zorgvuldig uitgekozen voegen tussen de platen versterken het beoogde effect. Aluminium wordt het derde hoofdmateriaal dat de puzzel mee vorm geeft.
