De ontwikkeling van een noodoproepcentrum 112 en een laboratorium voor de Federale gerechtelijke politie brengt eisen op vlak van veiligheid met zich mee en vereist een complex programma. Daarnaast gaat het over ‘levende’ gebouwen die evolueren met de nieuwste technieken en noden aangepast aan de bewoners. Om dit concreet te maken was een langetermijnvisie zinvol, waarbij de nodige energieontwikkelingen een grote bijdrage zullen leveren in het kosten-batenonderzoek.  Op deze manier werd de vestiging van de gebouwen met een oppervlakte van 9.067 m² met veel kennis van zaken gekozen en werd meteen rekening gehouden met hernieuwbare energiebronnen. Aangezien het gaat over twee gebouwen met een geheel verschillend programma, werden ze op een andere manier onderzocht. Er werden echter wel dezelfde variabelen in acht genomen. Zo beschikken de gebouwen over een zekere dichtheid om warmteverlies te beperken en om zo weinig mogelijk energie te gebruiken. De keuze van de materialen was belangrijk op het gebied van de levensduur en het onderhoud, maar ze zorgen ook voor eenheid tussen de gebouwen.

Om te zorgen voor flexibiliteit moest de structuur zo min mogelijk impact hebben op de ruimtes. Om die reden is de travee beperkt en zijn de zuilen alleen maar centraal. De vloerbekleding zal op zo’n manier worden gelegd dat de technieken zowel in de valse plafonds als in de verhoogde vloeren aanwezig zijn. Op die manier kunnen flexibele wanden worden gebruikt en kan de inrichting eenvoudig worden aangepast. Deze flexibiliteit wordt ook vertaald in de modulariteit van de gevel, wat een frisse uitstraling aan de gebouwen geeft.

Het noodoproepcentrum werd in een H-vorm ontworpen voor een optimale dichtheid en functionaliteit. Hierdoor ontstond de mogelijkheid om een centrale kern en twee parallelle hoofdgangen te creëren, die toegang bieden tot vier hoofdfuncties.

Zo kan het interne verkeer worden beperkt, wat het comfort van de gebruikers en de bescherming tegen brand ten goede komt.

Door zijn complexe programma werd het laboratorium gebouwd rond een centrale zone met aan beide zijden een circulatiekern en sanitair. De lokalen die goed verlicht moeten zijn, bevinden zich aan de rand. Op de tweede verdieping bevinden zich de laboratoria van de andere lokalen. De centrale zone wordt gebruikt als sas tussen de labo’s en de kantoren, en dat zonder hun functionaliteit te beknotten.

Materialen

Gevelbekleding:

- Cassettegevels in ijzer - wit;

- Buitenschrijnwerk in aluminium - wit;

- Luifels in glad aluminium - wit;

- Gevelbekleding in metaal - wit;

- Deurdorpels in blauwe steen;

- Buitendeuren in ijzer - wit.

Gebruik van innovatieve technieken voor energiebesparing

- Neutrale hoeveelheid zonlicht in de gebouwen;

- Ventilatie met warmteterugwinning;

- Centrale verwarming;

- Passieve koelsystemen (‘s nachts of vrij);

- Kunstlicht met laag energieverbruik;

- Een centraal technisch onderhoudsysteem voor de regeling van de gebouwen om te zorgen voor een maximaal comfort en een minimaal verbruik, onafhankelijk van de weersomstandigheden.