Het herenhuis aan de Guimardstraat 14 werd in 1851 gebouwd naar een ontwerp van architect F. Derre. Het is een van weinige overgebleven typische herenhuizen uit die periode in de buurt. Op 10 juli 1993 klasseerde de gewestelijke overheid bepaalde elementen van het gebouw: de gevel, de gewelfde kelders, de inrijpoort voor koetsen, de inkomhal, de monumentale trap en de receptieruimten op de eerste verdieping. Na verloop van tijd werd het gebouw verbouwd en werden achteraan enkele annexen bijgebouwd.

De bestaande directie-eetkamer op de vijfde verdieping van Nijverheidsstraat 52 en de personeelsrefter, vroeger in de kelder van Fina, Wetenschapsstraat 37, moesten in de Guimardstraat 14 worden samengebracht. Het project weerspiegelt de doelstellingen van de bedrijfsfilosofie van de oliemaatschappij: transparantie, openheid en menselijkheid.

De bijgebouwen achteraan het gebouw werden allemaal vervangen door een grote glazen luifel die tussen de achtergevel van het herenhuis en het kleine kantoorgebouw is opgehangen. Deze luifel bedekt de personeelsrefter en geeft deze de sfeer van een tuinrestaurant. Een tweede restaurantzone bevindt zich op een terras op de eerste verdieping tegen de noordgevel van het herenhuis, boven de buffetruimte van het restaurant eronder.

De benedenverdieping van het herenhuis is omgevormd: het gerestaureerde originele koetshuis biedt bijna rechtstreeks toegang tot de personeelsrefter. De inkomhal bevat de monumentale trap die naar de receptieruimten en directie-eetkamers leidt en de trap naar de gewelfde kelders. De hertekende kelders doen dienst als technische serviceruimten, vestiaires en sanitair voor het keukenpersoneel. De receptiezalen op de eerste verdieping worden in hun originele grandeur hersteld. De tweede verdieping bevat vier modulaire vergaderzalen en ateliers.