De vestigingen van Jan De Nul n.v., een van de grootste baggeraars ter wereld en een van de belangrijkste Belgische bedrijven in de burgerlijke en industriële bouwsector hebben zich sinds 1938 ontwikkeld vanaf hun zetel in Aalst.

Het industriële complex omvat zeer grote werkplaatsen die 200 personen tewerkstellen, maar komt, gezien de snelle ontwikkeling van het bedrijf, een pak kantooroppervlakte te kort voor zijn 400 werknemers.

Het project bestaat erin, met behoud van de industriële activiteit, alle bestaande kantooroppervlakte te herstructureren, een nieuwe inkomhal en een auditorium met 90 plaatsen te creëren, en nieuwe kantooroppervlakte en een parking van 3 niveaus voor 222 wagens te bouwen.

Er is een smalle strook bouwgrond beschikbaar aan de achterkant van de werkplaatsen en tegenover de Dender. Deze inplanting dicteerde een kamvormige configuratie voor de nieuwe constructies.

De bouwheer wilde een rustige en afgemeten architectuur die contrasteert met zijn industriële durf in de vier hoeken van de wereld.

Drie kantoorblokken in helder glas, spiegelglas en stalen roosters worden bovenop het niveau van de gemeenschappelijke lokalen in zwart glas geplaatst.

Een lange plint die de parkings bekleedt, in gepolijst en geperforeerd roestvrij plaatstaal, vormt de sokkel van het geheel en verandert, door een spel van vouwen en een horizontale terugslag, in een grote luifel rechts van de inkomhal.

De bouwheer heeft de werken zelf uitgevoerd.