BVS

BVS/UPSI gaat 2.0

Met Stéphane Verbeeck kreeg BSV/UPSI begin dit jaar een nieuwe en erg bevlogen voorzitter. Het is met veel enthousiasme dat deze gereputeerde promotor de fakkel van Serge Fautré overneemt. Zijn missie? De beroepsfederatie en sector klaarstomen voor de digitale (r)evolutie die volop aan de gang is.  

Kan u zich eerst even voorstellen?

“Met mijn 51 lentes kan ik mezelf eigenlijk een rot in het vak noemen. Al vier generaties is mijn familie actief in de sector. Mijn overgrootvader was schrijnwerker/aannemer, mijn grootvader aannemer, mijn vader aannemer/ontwikkelaar en zelf focus ik me al dertig jaar op het ontwikkelen van innovatieve bouwconcepten. Met succes, waardoor mijn pad ook naar andere organisaties leidde. Zo ben ik vijf jaar voorzitter van VOKA Antwerpen geweest. Vandaag zetel ik in de Raad van Bestuur van onder meer de Antwerpse Haven en Gault & Millau en heb ik een tiental mandaten in andere bedrijven.”

Hoe wilt u het verschil maken in BSV/UPSI?

“Het is zeker niet mijn ambitie om drastische veranderingen door te voeren. Onze leden bij de Europese, federale en regionale overheden vertegenwoordigen en hun belangen verdedigen, blijft de belangrijkste missie van BSV/UPSI. Als beroepsfederatie volgen we de fiscale en juridische regelgeving op de voet en informeren we onze leden over de veranderingen die een impact op hun business kunnen hebben. Aan deze activiteiten zal ook onder mijn voorzitterschap niet worden geraakt. Wel beoog ik een ‘modernere’ manier van communiceren. Het is mijn missie om BSV/UPSI het digitale tijdperk in te loodsen. We moeten nog meer informatie delen, en dit op een dynamische en aantrekkelijke manier. Sociale media spelen een steeds belangrijkere rol in onze sector, dus mag de beroepsfederatie op dit vlak niet achterop hinken.”

Zijn er bepaalde dossiers waarop u zich wil focussen?

“Een vereenvoudiging van de procedures is en blijft mijn stokpaardje. Ik hoop – samen met ons team – de overheid te overtuigen dat we naar meer transparantie en realiteitszin moeten evolueren. Het kan toch niet dat een partij tot vier keer toe een vergunning kan betwisten? De doorlooptijd van menig bouwproject loopt hierdoor uit van achttien maanden tot vijf à zes jaar of zelfs langer. Soms vraag ik me af waarmee we bezig zijn. Deze procedures kosten handenvol geld. Bovendien gebeurt het wel vaker dat het projectconcept na vijf jaar niet meer up-to-date of zelfs volledig irrelevant is geworden. Waarmee ik niet wil zeggen dat de mogelijkheid tot bezwaar moet worden afgeschaft, integendeel. Toch zijn er volgens mij andere manieren om dat democratisch recht te garanderen. We denken hierbij aan een langere aanvraagperiode, waardoor de burgers meer tijd hebben om hun klachten te formuleren en te funderen.”

Momenteel leven we in erg vreemde tijden. Welke impact heeft Covid-19 op de leden van BVS/UPSI?

“We zien een hele schakering aan effecten, van extreem positief tot erg negatief. Investeerders in logistieke gebouwen beleven gouden tijden dankzij de boost die e-commerce kreeg. De residentiële vastgoedmarkt evolueert in twee snelheden. Promotoren van woningen aan de kust en privéhuizen met tuin doen het vrij goed. Daar tegenover staan de klassieke stadsappartementen die momenteel heel wat minder goed scoren. Dan is er de markt van de kantoren die zich geconfronteerd ziet met veel twijfelende huurders/kopers. Covid-19 is een enorme katalysator voor thuiswerk geweest. Wellicht zullen we op dat vlak nooit meer terugkeren naar hoe het vroeger was. Bedrijven beseffen dat ze een fysieke overcapaciteit hebben en zijn bezig met een denkoefening over de toekomst. Hierdoor wordt momenteel erg weinig in kantoorruimte geïnvesteerd. Nog erger is het gesteld met de investeerders en eigenaars van commercieel vastgoed. E-commerce had deze sector al rake klappen gegeven vooraleer Covid-19 in het vizier kwam. Vandaag is de situatie helemaal schrijnend met huurders die de huur niet meer kunnen betalen en de ene na de andere winkel die de deuren moet sluiten.”

Hoe ziet u de toekomst van uw leden?

Zelfs diegenen die nu goed scoren, kunnen nog steeds niet op beide oren slapen. De logistieke sector zit in de wurggreep van de Belgische regelgeving. In ons land is het bijna onmogelijk om voor de bouw van een groot logistiek depot een vergunning te krijgen. Bovendien is het wetgevende klimaat niet aantrekkelijk voor de Amazons van deze wereld, in de eerste plaats omwille van de hoge loonlast. Zelfs na de hervorming kampen we, in vergelijking met de buurlanden, nog steeds met beperkingen op de loonlast. Willen de investeerders en promotoren van residentiële projecten overleven, dan zullen ze meer op vernieuwende concepten moeten inzetten. Duurzame energie, veel groen, het inrichten van communities, …: het zijn maar enkele van de sleutelwoorden. Hetzelfde geldt trouwens voor de kantoren: die zullen kleiner worden en een andere invulling krijgen. Dit geldt trouwens ook voor het commercieel vastgoed. Een shopvloer kan bijvoorbeeld worden ingericht als een ophaaldienst voor pakketjes. Of een groep van klassiekere beroepen, zoals beenhouwers, viswinkels, bakkers,… die een 2.0 invulling aan hun activiteit willen geven. Op veel plaatsen zou dit zelfs een verademing zijn voor de straten en burgers. Zoals bij elke crisis zullen diegene die out-of-the-box durven denken, de grote winnaars zijn. De toekomst is aan de bedrijven die opportuniteiten zien in plaats van problemen.”