WZC Bosbeekhof

Architecten

CONIX RDBM Architects

Locatie

Sint-Katelijne-Waver

Bouwheer

OCMW St.-Katelijne-Waver

Einddatum

2015

Het uitgangspunt is een Woon- en Zorgcentrum met 95 woongelegenheden (92 bewonerskamers en 3 kamers voor kortverblijf). Het project dient als vervanging van de bestaande infrastructuur. Het aantal woongelegenheden wordt niet uitgebreid. De realisatie van het project gebeurt in twee fases: de eerste fase bevat alle woongelegenheden, gemeenschappelijke eet- en zitruimten en een gedeelte van de ondersteunende functies. De tweede fase bestaat uit de overige ondersteunende functies, waaronder de nieuwe keuken. Door deze fasering hoeven de bewoners maar 1 keer te verhuizen en ondervinden de bewoners op deze manier zo min mogelijk hinder van de werken.

Het project omvat de nieuwbouw van een woonzorgcentrum ter vervanging van de bestaande, verouderde

infrastructuur. De gemeente en het OCMW financieren het project, ondersteund door VIPA subsidies (Het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden). Het bestaande klooster blijkt, na studie, niet geschikt om te worden verbouwd tot een nieuw woonzorgcentrum dat voldoet aan de nieuwe eisen van het VIPA. Ook de verbouwing hiervan tot serviceflats blijkt, zowel op bouwkundig als financieel vlak, niet haalbaar. Het bestaande kloostergebouw staat op de inventarislijst van de dienst Erfgoed en de waardevolle delen blijven gehandhaafd.

Concept

De nieuwbouw omvat drie bouwlagen. Er wordt uitgegaan van kleinschaligheid met woongroepen van 7 of 8 bewoners, 2 woongroepen functioneren als afdeling en delen de gemeenschappelijke badkamer, bergingen. Per verdieping wordt één dienkeuken voorzien voor de middagmaaltijd die per afdeling van 30 of 31 bewoners wordt georganiseerd. Op het gelijkvloers wordt de afdeling voor de bewoners met dementie voorzien met directe toegang tot de afgesloten tuin. Op de verdiepingen worden terrassen voorzien. De gemeenschappelijke functies zoals cafetaria, administratie, kapper worden centraal georganiseerd op het gelijkvloers en zijn vanuit het woonzorgcentrum bereikbaar via een binnenstraat. Aan het bestaande kloostergebouw kan in de toekomst een invulling worden gegeven. Aan de hand van voorgaande studies, werd bij het ontwerp van het masterplan (afstand klooster –woonzorgcentrum) rekening gehouden met een mogelijke uitbreiding van het klooster.

Onder het gebouw wordt geen kelder voorzien in verband met het aangrenzende overstromingsgebied en de aanwezige problematiek van het oppervlaktewater. Er is daarom gekozen voor een dakverdieping die ruimte biedt aan de technische installaties, personeelsruimten, opslag. Dit gebeurt door het toepassen van een plat dak in combinatie met zadeldaken. Dit geeft een goede architectonische aansluiting met het bestaande kloostergebouw en voorkomt dat het dak wordt ontsiert door technische installaties.

Qua vormgeving is gezocht naar een goede aansluiting met het bestaande kloostergebouw. Zo is de schaal

en de dakvorm van de nieuwbouw afgestemd op het kloostergebouw. Ten aanzien van de materialisatie is

er gekozen voor een beperkt aantal materialen, die – weliswaar steeds op andere wijze toegepast –

terugkomen in alle gebouwen, te noemen:

- rood genuanceerde baksteen (LDC)

- latwerk met houtuitstraling van de kop- en vliesgevels

- architectonisch beton

- vezelcementbeplating voor gevel en aansluitende zadeldaken (WZC).

De gebouwen krijgen hierdoor ieder een eigen gezicht, maar door de beperkte variatie in materiaal- en

kleurkeuze en de gebouwvormen ontstaat een harmonieus geheel.

Ondernemingen

Overige ondernemingen
Establis, CES / TBD, Antwerpse Bouwwerken.