Bouwen van een woon- en zorgcentrum. Het bestaande gebouw wordt gedeeltelijk afgebroken, het overblijvende deel krijgt later een andere bestemming. Ook de omgeving wordt heraangelegd. De langgerekte ruimte tussen de twee gebouwen wordt van de straat en inkom gescheiden door een verbindingsgang en geeft aan de andere kant uit op het akkerland. Het materiaalgebruik van de nieuwbouw is eenvoudig en natuurlijk aandoend. Zo wordt hout en gebroken-witte bepleistering gebruikt voor de gevelbekleding in contrast met donker schrijnwerk voor de ramen. De ingang is opengewerkt met glas. Er is een cafetaria met terras aan straatkant, die de interactie met de buurt vergroot.

Bezoekers en medewerkers kunnen het centrum op verschillende manieren bereiken. Autogebruikers krijgen een open, groene parking aan de voorkant van de gebouwen, achteraan zijn er parkings voor personeel. Voor fietsers is een overdekte stalling voorzien net naast de ingang. Voetgangers en rolstoelgebruikers hebben geen moeilijkheden bij het betreden van de site en het gebouw. Rondom het gebouwen complex komt een weg die ook voor de brandweer toegankelijk is. Het gelijkvloers en de eerste verdieping bevatten de kamers en leefruimtes, in de kelder worden de technische functies verenigd (keuken, wasserij,…) die langs de achterzijde voor klein vrachtvervoer toegankelijk is via een helling. Er zijn verbindingen met het bestaande gebouw via een verbindingsgang op het gelijkvloers en via het terras op de eerste verdieping.