Concept
Het project vormt de consolidering van 3 laboratoria verspreid over diverse locaties in 1 nieuwbouw laboratoriumgebouw op de campus Bio-ingenieur Wetenschappen. Het project is het winnende project van een architectuurwedstrijd georganiseerd door de Universiteit Gent. Het project dient een schoolvoorbeeld te worden van een gebouw met een zo laag mogelijke ecologische footprint. Hiervoor wordt vanuit diverse adviseurs en vakgroepen binnen de Universiteit, support en advies aangereikt.
Het project toont een zeer compact gebouw met een eenvoudige rationele structuur. Vandaag dient zij als laboratorium maar de structuur en trappenconfiguratie laten toe het gebouw om te vormen tot een onderwijsfunctie of kantoorgebouw. Het laboratoriumconcept is benaderd als een generisch lab. Het concept van het generisch lab is gebaseerd op het implementeren van gelijkvormige virtuele ruimtelijke modules met gemeenschappelijke technische parameters die zijn gericht naar flexibiliteit. Dit dient ons toe te laten een zeer ordelijke en overzichtelijke laboomgeving te creëren vandaag en in de toekomst.
Energetische visie
Volgens de studies van Terry Wyat, professor aan de Universiteit van Nothingham die de klimaatsverandering van onze aarde bestudeert, is de conditionering van gebouwen één van de factoren met de grootste impact op de stijgende CO2 op onze planeet. Het spreekt voor zich dat het ontwerp van het gebouw, de oriëntatie en de keuze van de materialen een grote impact hebben op het energiegedrag van het gebouw maar de grootste impact wordt geleverd door de noodzakelijke ventilatie, verwarming en koeling van het gebouw. De laatste jaren heeft men veel aandacht besteed aan de isolatiewaarde van materialen en gebouwen. Dit om de verwarmingsenergie tot een minimum te beperken. Voor de woningbouw is men daar al aardig in geslaagd met de zogenaamde “passief woningen”. Voor de kantoren en de industrie echter is er nog een grote uitdaging weggelegd. Ventileren is een noodzaak. Men erkent vandaag eindelijk de noodzaak van ventilatie in gebouwen voor de gezondheid en het behoud van het concentratievermogen van de mensen die er moeten werken. Ventilatie is echter ook een grote energiegebruiker, zeker in moderne laboratoria waar de noodzakelijke ventilatievouden maar steeds toenemen.
“Je kunt niet meer energie besparen dan door er geen te verbruiken” Dat is de eerste stelling van Terry Wyat. Moderne laboratorium controle systemen zorgen er dan ook voor dat je niet meer gaat ventileren op ieder moment van de dag dan dat je op dat moment nodig hebt voor de activiteiten.
“Pas energierecuperatie systemen toe”. Is de tweede stelling van Terry Wyat. Dit wordt voor laboratoria al iets moeilijker. Niet alle energie recuperatiesystemen zijn geschikt voor toepassing in laboratoria. Tal van recuperatiesystemen kunnen voor contaminatie zorgen van de toevoerlucht met stoffen uit de afvoerlucht.
Als derde en vierde item zegt Terry Wyat dat wij de installaties op een juiste wijze moeten laten functioneren en onderhouden. Het is pas als vijfde maatregel dat Terry Wyat het gebruik van alternatieve energiebronnen aangeeft om het CO2 gebruik van onze gebouwen terug te dringen. In principe moet er voldoende energie in de natuurelementen van de aarde zitten om onze energiebehoefte van onze gebouwen te dekken. Het probleem met deze alternatieve energiebronnen is echter dat deze energie meestal ter beschikking is op momenten dat wij deze niet nodig hebben. De kunst is om deze energie te kunnen bufferen. Voor deze doeleinden heeft men de laatste jaren een grote stap voorwaarts gemaakt met behulp van zogenaamde “Phase Change Materials” (PCM's). Stoffen die men van toestand laat veranderen, meestal van vast naar vloeibaar en omgekeerd. Wij weten immers uit de fysica van materialen dat er niets zoveel energie vraagt dan door stoffen van toestand te laten veranderen. In de wereld van gebouwenconditionering is het in principe niet zo nieuw. Ijswaterstockage is al een lang gebruikte techniek. Echter met deze PCM's kan men de temperatuur waarop deze van toestand veranderen zelf bepalen.
Er zijn inmiddels verschillende technieken om energie uit onze natuur te halen. De meest bekende onder hen zijn de windmolens en de zonnecellen welke elektriciteit opleveren. De windmolens zijn meer gebruikt op grote schaal, de zonnecellen vinden nu al hun weg naar de meer particuliere gebruiker. De combinatie van zonnecellen en PCM's is een ideale combinatie. In plaats van de elektrische energie te gaan stockeren in batterijen, wat veel plaats en geld vraagt, gaan wij de elektrische energie direct omzetten in koeling en deze koude opslaan in PCM's tot wij deze nodig hebben voor gebruik in ons gebouw. De PCM's gaan dan echt dienen als buffer tussen de momenten dat wij deze energie nodig hebben en de momenten dat deze energie ter beschikking is.