Nieuwbouw appartementen & commerciële ruimten.

Nieuw Zuid is de projectnaam voor een geheel nieuwe woonwijk in het zuiden van Antwerpen. Sinds het verdwijnen van de overslagactiviteiten van de haven in de jaren '60 ligt het gebied er grotendeels verlaten bij. De opening van het nieuwe Justitiepaleis en de renovatie van het voormalige goederenstation door de Bank van Breda waren in 2006 de eerste impulsen voor de site. De wedstrijd die werd uitgeschreven voor de opmaak van een masterplan, werd gewonnen door het team rond Secchi & Viganò.

Striga

Nieuw Zuid wordt een gemengde stadswijk met ca. 2000 nieuwe woningen. Daarnaast is er plaats voor kantoren en lokale voorzieningen, waaronder twee scholen, kinderdagverblijven en een sporthal. Ook commerciële functies voor de buurt moeten van Nieuw Zuid een levendige wijk maken. De sociale huisvesting is verspreid over de wijk en maakt integraal deel uit van de ontwikkeling. Een groot park van ongeveer 6 ha, 2 ha wijkgroen en een groene parkstrip van 6 ha op de kaaien zorgt voor groen voor de wijk én voor de stad. Het structurerend principe van het masterplan is gebaseerd op het idee van de 'striga' (parallelle bouwstroken), loodrecht op de Schelde.

De residentiële ontwikkeling 'Kaai Nieuw Zuid' is een ensemble van twee woongebouwen binnen de eerste 'striga' van het masterplan. Het complex bestaat uit twee woongebouwen en is ontworpen door POLO Architects en Atelier Kempe Thill. Het paar is als één geheel geconcipieerd en ontwikkeld. Naar de waterkant toe staat het gebouw van POLO Architects – horizontaal geleed, dynamisch, en met een opgewekt coloriet – dat als eyecatcher en poort naar de achterliggende nieuwe woonwijk is geconcipieerd; het project van Atelier Kempe Thill is wederom een toonbeeld van verfijnd understatement.

‘Bigger & cheaper’-principe

Op het gelijkvloers van beide gebouwen bevinden zich ruimten voor winkels, lokale voorzieningen en vrije beroepen; het dak is ingericht als collectief terras. Door de oriëntatie genieten alle appartementen van een (overhoeks) zicht op de Stad en de rivier. De terrassen – feitelijk gestapelde wintertuinen – zijn ontworpen als volwaardige leefruimten volgens het 'bigger & cheaper'-principe; zij vormen een aantrekkelijk 'tussen' – een uitzonderlijke ruimte halverwege interieur, stad en verre einders. De gebouwen voldoen, mede door de terras-wintertuinen, aan de passiefnorm.

Het ensemble versterkt met zijn 'levendige' gebouwplint het functioneel gemengde karakter van de wijk en poogt – binnen de grenzen van het mogelijke bij een private ontwikkeling – ook op bouwblokniveau een collectief te smeden: het gedeelde dakterras en verzorgde inkompartijen getuigen van deze ambitie. Deze twee gebouwen maken Stad en celebreren, elk via hun zeer eigen architectonische taal, hun onderlinge stilistische verschillen en conceptuele 'common ground'.