Het Laboproject werd gewonnen na een publieke wedstrijd. Het betreft een labo voor industriële scheikunde, dat gesitueerd is tussen het Geo-instituut en Instituut voor Scheikunde Navorsing. Het nieuwe “Corelab” is een compact volume geworden met 3 metselwerkgevels (massief, ruw) en 1 beglaasde aluminium gevel (fragiel, licht, clean), gericht naar het plein en de centrale as. De bakstenen gevels herbergen de laboratoriumfuncties met respectievelijk aanpalende kantoren. De raamverdeling in de baksteen is sober en repetitief. Het versterkt het functionele karakter van dit deel van het gebouw. De pilot plant en NMR zijn achteraan (zijde Kapeldreef) ondergebracht. Dit volume is voorzien van een verticale aluminium gevelbardage, gezien deze functie toch iets anders is dan de andere laboratoria van het gebouw.

Vooraan loopt het publieke plein door in de foyerruimte met vergaderzalen. Op de verdiepingen liggen de publieke en gemeenschappelijke functies (cafetaria, break-out area’s, secretariaten, vergaderzalen,…) allemaal aan de kant van het plein, achter de overwegend beglaasde voorgevel. Het plein geeft eveneens toegang tot een overdekte, natuurlijk geventileerde benedenverdieping waar parkeergelegenheid is voor auto’s en fietsen. De labo’s zijn opgevat volgens het ‘vuile versus propere corridor’-principe: de labo’s zijn centraal opgesteld in het gebouw. Ze vormen de ‘core’ (labo kern) van het gebouw. De aanverwante kantoren, vergaderzalen en allerhande ondersteunende functies liggen als een enveloppe eromheen. Dit creëert een dubbel circulatiepatroon. Rondom de labo’s loopt een “propere” corridor, waar iedereen gebruik van kan maken. Centraal in de labo cluster ligt een “vuile” corridor, die diverse functies heeft en enkel ter ondersteuning van de labo’s dient. De volledige labo zone is gesitueerd tussen 2 verticale circulatie kernen. Hierdoor is er 1 grote labo zone die zich laat indelen volgens de noden van de tijd. Deze opstelling heeft de grootste flexibiliteit naar de toekomst toe.