De bouw van het depot is in twee delen verdeeld: een ruimte voor de trams voor het beheer van 120 voertuigen met een onderhoudzone en een herstelruimte, afgescheiden door een wasstraat, en een socio-administratief complex dat kantoren en lokalen voor het personeel herbergt. Dit grote gebouw integreert zich in zijn omgeving door zijn semi-stedenbouwkundig, semi-industrieel, vriendelijk en menselijk aspect. Alle werkplaatsen en herstelzones voor de voertuigen werden met gevelversieringen in gekliefde betonblokken ontwikkeld. Door de brede vensters is er vanop de straat vrij zicht op de activiteiten van het depot. Deze ramen zijn van plantengroei voorzien wat ook toegepast werd bij het administratieve complex, wat eenheid geeft aan het hele project.