De voornaamste doelstelling van het project bestond erin het gebouw een paviljoenachtige en gezellige uitstraling te geven, in plaats van het een medisch of ziekenhuisachtig karakter te geven. Om die menselijke wens te steunen, moest het gebouw voorzien worden van gezellige ruimten, rustplaatsen, uitwisselingsplaatsen, wandelroutes, maar eveneens van gemakkelijk herkenbare referentiepunten voor de bewoners. Dankzij het asymmetrische ontwerp van het zorgcentrum wordt er voorkomen dat de leefruimte monotoon is. De tuin vormt het centrale referentiepunt van het zorgcentrum, waarrond zich de activiteitenruimten, de eetzaal en de toezichtplaats bevinden. Net zoals een dorpspleintje vormt deze gezellige plaats het zwaartepunt van de twee subeenheden. Met dit concept wilden we ook het openruimtegevoel versterken, in plaats van de bewoners het gevoel te geven dat ze afgezonderd van de buitenwereld zijn. Volgens dezelfde redenering vormen de grote, glazen, overdekte gaanderijen de ruggengraat van het project. Ze bieden een goed uitzicht, zowel aan de ingang als aan de binnentuin of het park aan de achterkant van het gebouw.