Vrije Universiteit Brussel

Architecten

CONIX RDBM Architects

Locatie

Brussel

Bouwheer

Vrije Universiteit Brussel.

Startdatum

2015

Einddatum

2020

Brussel, als bruisende metropool waar culturen, talen en mensen verenigd zijn, is met ongeveer 74.000 studenten de grootste studentenstad van België. Met een ambitieuze architectuur wedstrijd wil de Vrije Universiteit Brussel een toonaangevende rol spelen in het uitbouwen van een duurzame, ecologische, kwaliteitsvolle en toekomstgerichte campus. Architectenbureau CONIX RDBM Architects eindigt als laureaat in een gefaseerde wedstrijd waar 28 bureaus op intekenden. Het bureau presenteert een compacte cluster van gebouwen met gemengde functies langsheen de Triomflaan, dat de inherente kwaliteiten van de open groene campus versterkt en aanscherpt. Het nieuwe complex omvat 650 studentenkamers, nieuwe auditoria, onderzoeksruimtes, een raadzaal, publieke voorzieningen en culturele infrastructuur.

De functiemenging van onderwijs, onderzoek, cultuur, wonen, werken en ontspannen creëert een integrale campus waar zowel eenheid als diversiteit een plaats krijgen. De groene doorwaadbare campus – het uithangbord van de Vrije Universiteit Brussel – vormt het vertrekpunt van de globale visie in dit nieuwe ontwerp. De huidige studentenvoorzieningen, in de vorm van een woondorp centraal op de campus, voldoen niet langer aan de huidige comforteisen en worden geruimd ten voordele van het open landschap. De nieuwe studentenhuisvesting wordt ondergebracht aan de rand van de campus in een groot langwerpig bouwvolume langsheen de Triomflaan. Deze positionering versterkt de stedelijkheid langsheen de boulevard en schermt de open, groene centrale campus van binnenuit duidelijk af. Toch wordt de transparantie van de stad naar de campus toe behouden door een intrigerend volumespel en door het doorbreken van de lineariteit met een brede groene boulevard tot diep in het hart van het terrein. Met eenvoudige, doordachte ingrepen gaat het lineaire bouwvolume een sterke dialoog aan met de stedelijke context. Door het deels op pilotis te zetten, deels met een knik terug te trekken, ontstaat een genereuze, eenduidige en toegankelijke ruimte. Een publieke entreeruimte voor de stad, haar passanten en omwonenden enerzijds, een ontmoetingsplek voor de bewoners van de campus anderzijds, duwt de volumes in de campus, neemt afstand van de publieke straat en laat de nieuwe hoge gebouwen aansluiten bij de bestaande grootgelede universiteitsgebouwen.

Twee landmarks als herkenningsbaken markeren een duidelijk sleutelpunt in de overgang en toegang van de stedelijke buitenwereld naar de universiteit toe. Een culturele toren ankert zich op de Triomflaan en nodigt de buitenstaander uit om deel te nemen aan het culturele leven op de campus. Een onderzoekstoren enigszins dichter gepositioneerd naar de binnenzijde toe, straalt de onderzoekscultuur van de universiteit uit. Ook de gevelgeleding van de studentenflats speelt subtiel in op beide gezichten van haar context. De grote “bow-windows”, een hedendaagse erkervorm aan de boulevardzijde, beantwoorden aan de schaal van de stad en geven identiteit aan de leefruimten van de per zes georganiseerde studentenunits. Een spel van passerelles aan de campuszijde initieert speelse routes en ontmoetingsplekken op schaal van de student. Bovendien getuigt deze ingreep als één van de vele voorbeelden van functionele, duurzame, geïntegreerde ontwerpoplossingen binnen dit project. De passerelles lossen met één beweging verschillende architecturale vraagstukken op: een veelzijdige ontsluiting van de studentenhuisvesting, een balkon voor de gemeenschappelijke ruimtes in de studentenunits, een interessante ontmoetingsruimte, een speelse gevelopbouw in dialoog met het park, een oplossing tegen oververhitting op zomerse dagen.

Het project vertoont een sterk uitgepuurde architecturale uitwerking, waarbij er bij het ontwerpen van de plannen veel aandacht werd besteed aan functionaliteit. Oog voor standaardisatie, optimalisatie van een logische structuur en slim geïntegreerde technische vereisten, dragen bij tot het beheersen van het bouwproject en de bouwkost. Het materialenpalet is sober, duurzaam en onderschrijft de stedenbouwkundige opzet. Een gedetailleerde studie omtrent duurzaamheid van macro- tot microschaal toont welke cruciale impact dit thema op de totaliteit van het project heeft gehad en ondersteunt het rolmodel dat de universiteit op dit vlak wil opnemen. De stedenbouwkundige inplanting langs de Triomflaan en het ondubbelzinnig doortrekken van het groene maaiveld tot in het hart van de campus, is een aanzet tot een generieke oplossing voor de verdichting van de universiteit en legt een nieuwe basis voor de toekomst van een open, integrale, flexibele en duurzame campus voor de Vrije Universiteit Brussel.

Ondernemingen