Krinkels
Auguste Reyerslaan 80
B-1030 Brussel
+32 (0)2 425 31 77
Doordacht omspringen met groen
Ontharding in combinatie met een doordachte groenaanleg is de gouden formule om steden leefbaarder en gezonder te maken. Grote investeringen in parken of natuurzones zijn niet altijd noodzakelijk om resultaat te halen. Ook micro-ingrepen kunnen het stedelijke hitte-eiland effect en de kans op wateroverlast drastisch indijken. Met tal van geslaagde creaties overtuigt landschapsaannemer Krinkels steeds meer gemeentebesturen om dit pad te bewandelen.
Al meer dan 55 jaar creëert en onderhoudt Krinkels een brede waaier aan groene ruimtes. Parken en pleinen, openbare en (grote) private tuinen, allerhande dak- en binnentuinen, beplanting langs lanen en wegen, natuurlandschappen …: voor het competente team is niets een brug te ver. “We kiezen steevast voor de meest duurzame benadering”, aldus marketing & communicatiemanager Sophie Vermeesch. “Daarbij bekijken we het project altijd vanuit een breed perspectief. Krinkels biedt immers meer dan groenaanleg: we beschikken ook over de nodige expertise voor totaalprojecten, inclusief groendaken, collectoren, innovatieve oplossingen voor het bewateren van planten en bomen, ecologische materialen… Daarnaast hebben we een speciale afdeling die zich toelegt op de realisatie van ‘groene’ interieurs. Green at the Office helpt de juiste keuzes te maken, maar garandeert eveneens de volledige ontzorging. Wij nemen immers de inrichting, het onderhoud en de opvolging van het groen voor onze rekening.”
Veelzijdigheid gedemonstreerd
Weliswaar blijft buitenaanleg de hoofdmoot van Krinkels’ activiteiten. Daarbij promoot de landschapsaannemer proactief een maximale ontharding van kleine oppervlakken in stedelijke omgevingen. “We spreken over brede stoepen, weinig gebruikte parkeerplaatsen, middenbermen…”, verduidelijkt landschapsarchitect en ecologisch adviseur Cédric Rummens. “Deze kunnen met kleine budgetten, korte doorlooptijden en zonder vergunning worden omgetoverd tot groene plantvakken of mini-eilandjes die een bijzonder groot positief effect op het zogenaamde ‘urban heat island’-effect hebben. De methode is vrij simpel: na het verwijderen van de verharding en fundering vullen we de grond met nieuwe teelaarde aan. Vervolgens zorgen we voor een beplanting met specifieke klimaatbestendige eigenschappen, zoals resistentie tegen droogte, wateroverlast, vorst en temperatuurschommelingen.”
Ook tegen overstromingsgevaar
Dankzij dergelijke groenzones wordt de hitte in de steden minder weerkaatst en bijgehouden, waardoor de temperatuur al snel met enkele graden afneemt. “In combinatie met de extra schaduw én het feit dat groen CO2 uit de lucht haalt en die in zuurstof omzet, wordt de stad in de zomer veel leefbaarder”, aldus Cédric Rummens. “Daarenboven kunnen de plantvakken ook als waterbuffer fungeren. Deze zogenaamde ‘regentuinen’ vangen dan het afvloeiende regenwater van daken, parkings en andere (semi)verharde oppervlakken op. Niet alleen voorkomen ze verzadiging van de regenwatersystemen, ook reduceren ze het hitte-effect en bezorgen ze de omgeving een esthetische opwaardering.”
Heel wat referenties
Intussen heeft Krinkels al heel wat kleine onthardingsprojecten gerealiseerd. In Brussel werd de ‘Menhir’-rotonde in Ukkel aangepakt: de kasseien in het middendeel zijn door gras en laag groeiende planten vervangen. Ook het De Troozplein werd heraangelegd met de nadruk op waterinfiltratie. Daar verving Krinkels de verharding gedeeltelijk door wadi’s en nieuwe beplanting. Langs het kanaal werd eveneens verharding verwijderd en door plantvakken en rustplaatsen met zitbanken vervangen. Cédric Rummens: “Natuurlijk voerden we ook grotere werven uit, zoals de ontharding en heraanleg van het Flageyplein in Elsene. Aan de overzijde van de Basiliek van Koekelberg hebben we dan weer een brede strook waterdichte dolomietverharding vervangen door plantvakken met diverse vaste planten en heesters. Het zijn maar enkele van de vele succesvolle realisaties die Krinkels op zijn conto kan schrijven. We hopen deze referentielijst nog flink uit te breiden, want dergelijke (micro-)ingrepen zijn onontbeerlijk om onze steden op korte termijn veel leefbaarder te maken.”